Algemene voorwaarden voor de levering van betonproducten (2007) zoals gezamenlijk opgestaled door Bouwend Nederland en de Bond van Fabrikanten van Betonproducten in Nederland (BFBN).
Artikel 1 | Begrippen
In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: de leverancier: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de levering van het product is opgedragen of aan wie daartoe een offerte wordt gevraagd; de afnemer: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, die de opdracht voor levering van het product verstrekt, dan wel daartoe een offerte vraagt; producten: betonproducten met inbegrip van andere bijbehorende producten; de overeenkomst: de tussen leverancier en afnemer tot stand gekomen overeenkomst tot koop en verkoop van producten.
Artikel 2 | Toepassingen algemene voorwaarden
2.1 Deze voorwaarden gelden tussen leverancier en afnemer nadat zij door (een van de) partijen van toepassing zijn verklaard op een offerte of een overeenkomst voor de levering van producten. Indien deze voorwaarden op een overeen- komst van toepassing zijn, gelden zij eveneens voor alle uit die overeenkomst voortvloeiende overeenkomsten.
2.2 Afwijkingen van deze algemene voorwaarden of aanvullingen hierop zijn slechts geldig voor zover deze schriftelijk zijn overeengekomen.
Artikel 3 | Offerte
3.1 De gedagtekende offerte is bindend gedurende de daarin vermelde termijn. Indien geen termijn is vermeld, geldt de offerte 6 weken.
3.2 Indien geen opdracht wordt verleend, is de leverancier gerechtigd de met het tot stand brengen van de offerte gemoeide kosten aan de afnemer in rekening te brengen, indien en voor zover dit vóór het uitbrengen van de offerte schriftelijk is bedongen.
Artikel 4 | Tekeningen en berekeningen
4.1 Tekeningen, technische omschrijvingen, ontwerpen en berekeningen, die door een partij of in haar opdracht door een externe ontwerper zijn vervaardigd, blijven eigendom van die partij. Zij mogen door de wederpartij niet aan derden ter hand worden gesteld of getoond met het oogmerk een vergelijkbare offerte of opdracht te verkrijgen, dan wel enig voordeel voor zichzelf en/of derden te behalen. Indien geen opdracht wordt verleend, dienen deze bescheiden binnen 14 dagen na een daartoe gedaan verzoek, dat uiterlijk binnen 3 maanden na de dagtekening van de offerte dient te worden gedaan, franco te worden teruggezonden.
4.2 Met inachtneming van het in het derde en vierde lid bepaalde, heeft de afnemer echter de vrije beschikking over de in het eerste lid bedoelde gegevens, ongeacht de vorm waarin zij zijn vastgelegd, indien hij de vergoeding als bedoeld in artikel 3, tweede lid, heeft betaald, dan wel - ingeval die vergoeding niet is bedongen - indien hij een nader overeen te komen redelijke vergoeding betaalt.
4.3 Gegevens over fabricage- en/of constructiemethoden, waarop het auteursrecht van toepassing is, of ten aanzien waarvan een ontwerper als bedoeld in het eerste lid een voorbehoud heeft gemaakt, mogen door de wederpartij niet worden gebruikt, gekopieerd, aan derden getoond of bekendgemaakt, tenzij daarvoor schriftelijk toestemming is verleend.
4.4 Onder derden zijn in het voorgaande lid niet begrepen de opdrachtgever van het werk, waarvoor het product is bestemd, alsmede degenen die voor de uitvoering van dat werk van bedoelde gegevens gebruik moeten maken.
4.5 Partijen kunnen bij overtreding van het bepaalde in dit artikel, vergoeding vorderen van de uit de overtreding voortvloeiende schade.
Artikel 5 | Prijs
5.1 Prijzen zijn exclusief omzetbelasting en zijn gebaseerd op de belastingen, heffingen, lonen. sociale lasten, materiaal- en grondstofprijzen en andere kosten, zoals die gelden op de datum van schrifetelijke offerte.
5.2 Onverminderd het bepaalde in het volgende lid en het bepaalde in artikel 18 onder b, leidt een wijziging van de in het eerste lid bedoelde lonen, prijzen of andere kosten, alleen dan tot wijziging van een overeengekomen prijs, voor zover partijen de verrekening van wijzigingen van deze kostenfactoren tevoren schriftelijk zijn overeengekomen.
5.3 Indien de leverancier extra kosten moet maken: - die het gevolg zijn van kostenverhogende omstandigheden waarvoor geldt dat bij het tot stand komen van de overeenkomst geen rekening behoefde te worden gehouden met de kans dat zij zich zouden voordoen en - die de leverancier niet kunnen worden toegerekend en - die in verhouding tot de prijs van de levering aanzienlijk zijn, dient hij de afnemer hiervan onverwijld op de hoogte te stellen. Als dan zullen partijen op korte termijn met elkaar in overleg treden over de vraag in hoeverre de leverancier de kostenverhoging in redelijkheid en billijkheid aan de afnemer kan doorberekenen.
5.4 Onder de in het vorige lid bedoelde kostenverhogende omstandigheden worden in ieder geval begrepen vorst of abnormale waterstand.
5.5 De afnemer is gerechtigd de medewerking aan de aflevering op te schorten totdat de kostenverhogende omstandigheden zich niet langer voordoen, of totdat de leverancier een oplossing heeft voorgesteld die door de afnemer in redelijkheid niet kan worden afgewezen.
Artikel 6 | Tostandkoming van de overeenkomst
6.1 De overeenkomst komt tot stand door een opdracht tot levering van het product op grond van de offerte. Indien de afnemer een opdracht geeft aan de leverancier in afwijking van de door de leverancier opgestelde offerte, dient de afnemer de afwijking van de offerte te melden aan de leverancier. Een opdracht die van de offerte afwijkt, geldt als een verwerping van de oorspronkelijke offerte en leidt slechts tot een overeen- komst tussen partijen conform de afwijkende opdracht, indien die afwijkende opdracht schriftelijk door de leverancier wordt aanvaard.
6.2 Indien de afnemer mondeling opdracht geeft, wordt een schriftelijke opdrachtbevestiging van de leverancier geacht de inhoud van het overeengekomen juist weer te geven, tenzij de afnemer onverwijld de leverancier kennis geeft van zijn bezwaren tegen deze weergave van de inhoud.
6.3 Bij levering uit voorraad of magazijn na totstandkoming van de overeenkomst geldt de door of namens de afnemer ondertekende ontvangstbevestiging als schriftelijke bevestiging van de opdracht aan de leverancier.
6.4 Op wijzigingen in en aanvullingen op de overeenkomst of nadere afspraken is het bepaalde in de eerste twee leden van dit artikel van overeenkomstige toepassingen.
Artikel 7 | Verplichtingen van de afnemer
7.1 De afnemer zorgt ervoor dat de leverancier overeenkomstig diens aanwijzingen tijdig kan beschikken over de voor de uit- voering van het werk benodigde gegevens en wijst de leverancier op overheidsvoorschriften van bijzondere aard, een en ander voor zover die voor de leverancier van belang zijn.
7.2 De afnemer is verplicht de leverancier onverwijld te wijzen op voor de afnemer klaarblijkelijke fouten of gebreken in constructies en werkwijzen, bouwstoffen, materialen of hulpmiddelen, die de leverancier blijkens de door hem aan de afnemer verstrekte stukken voornemens is te leveren respectievelijk toe te passen.
Artikel 8 | Aansprakelijkheid van de afnemer
8.1 De afnemer draagt de verantwoordelijkheid voor de door of namens hem voorgeschreven constructies en werkwijzen, voor de door of namens hem gegeven orders en aanwijzingen, alsmede voor de door of namens hem verstrekte gegevens.
8.2 De afnemer is in dit verband aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door bouwstoffen, materialen of hulpmiddelen, welke door of namens hem ter beschikking zijn gesteld of voorgeschreven en naar hun aard ongeschikt blijken te zijn voor het doel waarvoor zij volgens de overeenkomst bestemd zijn.
8.3 Indien de afnemer het product niet afneemt op het met inachtneming van artikel 11 vastgestelde tijdstip, is hij aansprakelijk voor de daaruit direct voortvloeiende schade (met inbegrip van een redelijke vergoeding voor opslag), voor zover het niet afnemen aan de afnemer kan worden toegerekend.
Artikel 9 | Verplichtingen van de leverancier
9.1 De leverancier garandeert dat het product een goede hoedanigheid bezit, geschikt is voor het doel waarvoor het blijkens de overeenkomst bestemd is en voldoet aan de geldende normen, alsmede aan de in de overeenkomst aan het product gestelde eisen.
9.2 De leverancier staat in voor de naleving van de ten tijde van de offerte voor de levering van belang zijnde overheidsvoorschriften en beschikkingen van overheidswege. De gevolgen van de naleving van overheidsvoorschriften van bijzondere aard zijn echter niet voor rekening van de leverancier, tenzij de afnemer hem van deze voorschriften op grond van artikel 7.1 in kennis heeft gesteld, of redelijkerwijze moet worden aangenomen dat de leverancier die voorschriften had behoren te kennen.
9.3 Indien een toeleverancier van de leverancier op te verwerken materialen, onderdelen of constructies een verdergaande garantie geeft dan voor de afnemer uit de overeenkomst voortvloeit, wordt die verdergaande garantie eveneens geacht deel uit te maken van de rechtsverhouding tussen leverancier en afnemer. De leverancier is verplicht de afnemer schriftelijk van die verdergaande garantie in kennis te stellen.
9.4 Bij de totstandkoming van de overeenkomst kan de afnemer van de leverancier verlangen dat deze het product of onderdelen daarvan niet door derden zal laten leveren of vervaardigen dan met schriftelijke goedkeuring van de afnemer.
9.5 leverancier is verplicht de afnemer onverwijld te wijzen op voor hem klaarblijkelijke fouten of gebreken in door of namens de afnemer voorgeschreven constructies en werkwijzen, dan wel in door of namens de afnemer verstrekte gegevens, dan wel in door of namens de afnemer voorgeschreven of ter beschikking gestelde bouwstoffen, materialen en hulpmiddelen.
9.6 De leverancier vrijwaart de afnemer tegen aanspraken van der- den tot vergoeding van schade voor zover deze tijdens het transport of bij het lossen van het product is veroorzaakt en toe te rekenen is aan de leverancier, zijn personeel, zijn toeleveranciers of zijn transporteurs.
Artikel 10 | Keuring
Met inachtneming van hetgeen over de keuringsmethoden is overeengekomen, heeft de afnemer het recht om het product, of de wijze waarop het wordt vervaardigd, te keuren of te laten keuren, teneinde vast te stellen of het product voldoet aan hetgeen is overeengekomen. In geval van afkeuring op goede gronden komen de kosten van de keuring voor rekening van de leverancier. Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, vindt keuring plaats in de fabriek of op het terrein van de leverancier.
Artikel 11 | Levertijd
11.1 Ter bepaling van de levertijd worden voor de aflevering een bepaalde datum en een bepaald tijdstip in de overeenkomst vermeld, dan wel een tijdvak.
11.2 Indien voor de aflevering een bepaalde datum en een bepaald tijdstip in de overeenkomst zijn vermeld, dient aflevering op die datum en op dat tijdstip plaats te hebben.
11.3 Indien de leverancier zijn verplichtingen op het met inachtneming van het voorgaande lid vastgestelde tijdstip niet nakomt, is hij van rechtswege in verzuim, mits is overeengekomen dat datum en tijdstip van aflevering fataal zijn. Indien is overeengekomen dat datum en tijdstip van aflevering niet fataal zijn, is de leverancier eerst in verzuim nadat de afnemer hem heeft aan- gemaand om alsnog binnen een redelijke termijn af te leveren en die aflevering is uitgebleven.
11.4 Indien voor de aflevering een tijdvak in de overeenkomst is vermeld, dient de aflevering binnen dat tijdvak plaats te hebben, met dien verstande dat de datum en het tijdstip worden bepaald met inachtneming van het in het volgende lid bepaalde.
11.5 De afnemer zal tijdig, doch ten minste 5 werkdagen voor de aanvang van het tijdvak afroepen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. Bij dit afroepen komen partijen datum en het tijdstip van aflevering binnen het tijdvak nader overeen, of komen zij een andere datum en tijdstip van aflevering, dan wel een nieuw tijdvak voor aflevering overeen. Het aldus nader overeengekomen wordt door de afnemer schriftelijk aan de leverancier bevestigd.
11.6 Indien de leverancier zijn verplichtingen niet op een ingevolge dit artikel overeengekomen datum en tijdstip nakomt, is hij van rechtswege in verzuim, mits schriftelijk is overeengekomen dat datum en tijdstip van aflevering fataal zijn. Indien dit niet schriftelijk is overeengekomen, is de leverancier eerst in verzuim nadat de afnemer hem heeft aangemaand om alsnog binnen een redelijke termijn te leveren en die levering is uitgebleven.
11.7 Indien de leverancier op grond van het in dit artikel bepaalde in verzuim is, is hij aansprakelijk voor hetgeen redelijkerwijs als directe schade als gevolg van dat niet nakomen is aan te merken, een en ander voor zover het niet nakomen aan de leverancier kan worden toegerekend. De leverancier is alsdan gehouden tot betaling van de eventuele meerprijs, de extra gemaakte kosten en de directe schade als gevolg van de vertraging, een en ander voor zover dit in verhouding staat tot de ernst van zijn verzuim en de overeengekomen prijs.
11.8 De Afnemer is gehouden de schade, die voortvloeit uit en niet nakomen als bedoeld in het vorige lid, zoveel mogelijk te beperken.
Artikel 12 | Aflevering
12.1 De plaats en de wijze van aflevering worden in de overeenkomst bepaald. Als aflevering geldt het aanbieden van de goederen op de overeengekomen plaats en tijd, ook indien de afnemer de goederen niet in ontvangst neemt. Op dit tijdstip gaat de termijn in als bedoeld in artikel 13, eerste lid. Indien de aflevering echter op een later tijdstip geschiedt als gevolg van voor rekening van de leverancier komende omstandigheden, gaat de in de vorige zin bedoelde termijn op dat latere tijdstip in.
12.2 Het transport naar de plaats van aflevering met inbegrip van het laden en lossen is voor rekening en risico van de leverancier, tenzij ingevolge het vierde of vijfde lid anders is overeengekomen.
12.3 De afnemer zorgt er voor dat de vervoermiddelen de losplaats goed en over een behoorlijk berijdbaar en toegankelijk terrein, dan wel over water, kunnen bereiken, alsmede dat voldoende ruimte voor aflevering beschikbaar is.
12.4.1 Indien levering franco werk niet gelost is overeengekomen, zal voor elke vracht onmiddellijk aansluitend op het tijdstip van aankomst een losuur worden toegestaan. Meer losuren kunnen in rekening worden gebracht. De aflevering dient zodanig te geschieden dat het lossen in normale werktijd kan geschieden. Om dit te bewerkstelligen treden partijen daarover tijdig met elkaar in overleg.
12.4.2 Het lossen door de afnemer geschiedt met voldoende geschikt personeel en materiaal en op aanwijzing van de transporteur.
12.4.3 Indien het lossen door de afnemer geschiedt en de leverancier daartoe hulpmiddelen aan de afnemer ter beschikking heeft gesteld, is de afnemer vanaf het moment dat de hulpmiddelen op het terrein zijn aangevoerd, verantwoordelijk voor het juiste gebruik van die hulpmiddelen.
12.5 Indien levering af fabriek is overeengekomen, wordt het product geacht te zijn afgeleverd zodra dit in of op de vervoermiddelen is geladen.
Artikel 13 | Gebreken
13.1 De afnemer is verplicht om binnen 24 uur na aflevering (het weekeinde, feest- en collectieve vrije dagen niet meegerekend) aan de leverancier mededeling te doen van die gebreken, die bij aflevering zonder nader onderzoek door hem zijn geconstateerd. De gevolgen van het niet nakomen door de afnemer van de in de vorige zin bedoelde verplichting gelden eveneens als het gebreken betreft die de afnemer zonder nader onderzoek in redelijkheid had kunnen of moeten constateren.
13.2 De in ontvangstneming van de producten door de afnemer laat de aansprakelijkheid van de leverancier voor eventuele verborgen gebreken op grond van artikel 14 onverlet.
13.3 Onverminderd het bepaalde in artikel 9, eerste lid zullen, indien en voor zover omtrent de hoedanigheid van het product overigens niets uitdrukkelijk is overeengekomen, geringe afwijkingen in maat, kleur, oppervlakte, structuur, eventuele kalkuitslag en andere geconstateerde kleine gebreken geen reden tot afkeuring zijn.
Artikel 14 | Aansprakelijkheid van de leverancier
14.1 Onverminderd het in de wet en het in de volgende leden bepaalde en behoudens aan eventuele toepasselijke garanties door de afnemer te ontlenen aanspraken, is de leverancier na aflevering niet meer aansprakelijk voor tekortkomingen aan het product.
14.2 Indien het product of enig onderdeel daarvan een verborgen gebrek bevat dat aan de leverancier kan worden toegerekend en waarvan de afnemer de leverancier binnen zes weken na ontdekking mededeling heeft gedaan, is de leverancier voor dat gebrek ten opzichte van de afnemer aansprakelijk. Een gebrek is als een verborgen gebrek aan te merken indien het door de afnemer niet bij de aflevering is geconstateerd of behoefde te worden geconstateerd. De rechtsvordering uit hoofde van verborgen gebrek is niet ontvankelijk, indien deze wordt ingesteld na verloop van 5 jaar na de dag van aflevering.
14.3 Ingeval een verborgen gebrek echter als een ernstig gebrek moet worden aangemerkt, is de rechtsvordering uit hoofde van dit gebrek niet ontvankelijk, indien zij wordt ingesteld na verloop van 10 jaar na de aflevering. Indien de afnemer echter ten opzichte van zijn opdrachtgever voor ernstige gebreken langer dan gedurende deze termijn aansprakelijk is, de afnemer zulks schriftelijk aan de leverancier heeft medegedeeld en de leverancier zich daarmee schriftelijk heeft verenigd, wordt de termijn tot die langere duur verlengd. Een gebrek is slechts dan als een ernstig gebrek aan te merken, indien het de hechtheid van het product of van een essentieel onderdeel daarvan, dan wel van het werk van de afnemer in gevaar brengt. Een ernstig gebrek dat zich binnen 10 jaar na de aflevering openbaart, wordt, behoudens tegenbewijs door de leverancier, geacht het gevolg te zijn van een aan de leverancier toe te rekenen omstandigheid.
Artikel 15 | Aansprakelijkheid voor schade door aflevering
De leverancier is aansprakelijk voor schade aan het werk van de afnemer, voor zover de schade door aflevering van het product is veroorzaakt en aan de leverancier, waaronder begrepen zijn personeel, zijn toeleveranciers of zijn transporteurs, is toe te rekenen. Onder schade aan het werk wordt slechts verstaan schade aan het geheel of gedeeltelijk door de afnemer ten behoeve van zijn opdrachtgever gebouwde of gemaakte, schade aan op het werkterrein aanwezige eigendommen van de afnemer of van de opdrachtgever van de afnemer, alsmede schade aan op het werkterrein aanwezige hulpwerken, bouwstoffen en hulpmiddelen. Iedere aansprakelijkheid van de leverancier voor andere schade is uitgesloten, behoudens waar het de schade betreft, bedoeld in artikelen 6:185, 6:190 en 6:192 van het Burgerlijk Wetboek. Bij de bepaling van de omvang van de schadevergoeding wordt rekening gehouden met de verhouding tussen de ontstane schade en de prijs van het product, alsmede met de vraag in hoeverre de schade gedekt is door een verzekering ten behoeve van de leverancier.
Artikel 16 | Overgang risico en eigendom
16.1 Het product is na aflevering voor risico van de afnemer.
16.2 Onverminderd het bepaalde in de wet, wordt het product eerst eigendom van de afnemer nadat hij heeft voldaan aan zijn uit de levering van dat product voortvloeiende betalingsverplichtingen.
16.3 Zolang de leverancier als eigenaar dient te worden aangemerkt, verplicht dat afnemer zich jegens hem om het geleverde product zorgvuldig te behandelen en dit noch te verpanden, noch te verwerken, over te dragen of af te geven, anders dan in het kader van de normale bedrijfsvoering.
Artikel 17 | Tussentijdse wijziging en beëindiging van de overeenkomst
17.1 Indien het aan de afnemer opgedragen werk, waartoe de levering door de leverancier plaatsvindt, wordt geschorst of tijdelijk stilgelegd, is de afnemer bevoegd de uitvoering van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te schorten.
17.2 In het in het eerste lid bedoelde geval heeft de leverancier recht op vergoeding van de schade die hij ten gevolge van de opschorting lijdt.
17.3 Indien het aan de afnemer opgedragen werk, waartoe de levering door de leverancier plaatsvindt, in onvoltooide staat wordt beëindigd, dan wel indien de overeenkomst tussen de afnemer en diens opdrachtgever wordt opgezegd, is de afnemer bevoegd de onderhavige overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden. Hetzelfde geldt indien de overeenkomst tussen de afnemer en diens opdrachtgever wordt ontbonden.
17.4 In de in het vorige lid bedoelde gevallen, evenals in de gevallen van tussentijdse beëindiging van de overeenkomst door de afnemer en van het door de afnemer in onvoltooide staat beëindigen van het opgedragen werk – anders dan voor zover dit aan de leverancier is toe te rekenen – heeft de leverancier recht op de prijs, vermeerderd met de kosten die hij als gevolg van de niet-voltooiing heeft moeten maken en verminderd met de hem door de beëindiging bespaarde kosten.
17.5 Indien tijdens de uitvoering van de overeenkomst blijkt dat het product of een onderdeel daarvan door overmacht of een andere oorzaak niet of slechts gewijzigd kan worden geleverd, is iedere partij die dit bemerkt verplicht om hiervan onverwijld mededeling te doen aan de wederpartij teneinde in onderling overleg, hetzij de uitvoering van de overeenkomst aan de gewijzigde omstandigheden aan te passen, hetzij tot een andere redelijke oplossing te komen.
17.6 Onverminderd het bepaalde in de wet heeft ieder der partijen het recht om de overeenkomst door een schriftelijke mededeling geheel of gedeeltelijk te ontbinden, indien: a. de duur en/of de gevolgen van de opschorting als bedoeld in het eerste lid, dan wel een overmachttoestand dit redelijkerwijs rechtvaardigen en/of; b. in het geval als bedoeld in het vorige lid, na verloop van een maand geen redelijke oplossing ter zake van prijs, technische uitvoering, of levertijd kan worden gevonden.
17.7 In de in het vorige lid bedoelde gevallen wordt naar redelijkheid tussen partijen afgerekend, tenzij de ontbinding het gevolg is van een aan de afnemer toe te rekenen tekortkoming. In dat laatste geval vindt afrekening plaats overeenkomstig het in het vierde lid bepaalde.
Artikel 18 | Meer en minder werk
Verrekening van meer en minder werk vindt plaats:
a. ingeval van wijzigingen van de overeenkomst;
b. ingeval van aanwijzingen door of vanwege de overheid op grond van wettelijke voorschriften of
beschikkingen, voor zover deze voor of bij het sluiten van de overeenkomst niet waren te
voorzien;
c. ingeval van afwijkingen van de bedragen van stelposten;
d. ingeval van afwijkingen van verrekenbare hoeveelheden;
e. in de gevallen waarin verrekening van meer en minder werk in de overeenkomst is
voorgeschreven.
Artikel 19 | Betaling
19.1 De afnemer is verplicht facturen binnen 30 dagen na factuurdatum te voldoen. Indien de afnemer een product of een gedeelte daarvan, met inachtneming van het bepaalde in de overeenkomst, op goede gronden heeft afgekeurd, is hij gerechtigd de betaling met betrekking tot het afgekeurde deel op te schorten.
19.2 Bij overschrijding van de betalingstermijn is de leverancier gerechtigd om over het eventueel opeisbare bedrag de wettelijke handelsrente te berekenen als bedoeld in artikelen 6:119a en 6:120 van het Burgerlijk Wetboek.
19.3 Ingeval de afnemer per vervaldatum van een factuur nog niet betaald heeft zonder zich terecht op een wettelijk of contractueel opschortingrecht te hebben beroepen, is de leverancier bevoegd de daartegenover staande leveringsverplichting op te schorten totdat die betaling, vermeerderd met de opengevallen rente als bedoeld in lid 2, is geschied of voor hetgeen nog te leveren is contante betaling of vooruitbetaling dan wel genoegzame zekerheidstelling te verlangen.
Artikel 20 | In gebreke blijven van en een partij
20.1 Indien een partij in gebreke blijft en indien uit de overeenkomst voortvloeit dat daaraan een fatale termijn is verbonden, is de nalatige partij onmiddellijk in verzuim.
20.2 Indien een partij andere op haar rustende verplichtingen uit deze overeenkomst niet nakomt en de wederpartij haar in verband daarmee schriftelijk in gebreke dient te stellen, zal deze de nalatige partij daarbij een redelijke termijn stellen om alsnog haar verplichtingen na te komen.
20.3 De wederpartij is in dringende gevallen gerechtigd voor rekening van de nalatige partij zodanige maatregelen te nemen als zij ten nutte van de uitvoering van de overeenkomst in redelijkheid dienstig oordeelt. Partijen zorgen ervoor dat de kosten, die voortvloeien uit de toepassing van de bedoelde maatregelen, binnen redelijke grenzen blijven.
20.4 Indien een partij op grond van het in de vorige leden bepaalde nalatig is en blijft haar verplichtingen na te komen, is de wederpartij gerechtigd de overeenkomst te ontbinden, onverminderd haar recht op nakoming en/of schadevergoeding.
20.5 Onverminderd het bepaalde in de wet wordt een partij geacht van rechtswege in verzuim te zijn in geval:
a. zij in staat van faillissement wordt verklaard;
b. zij surséance van betaling aanvraagt;
c. ten laste van haar door een derde enig rechtmatig beslag wordt gelegd, tenzij dit binnen een
maand, al dan niet tegen zekerheidstelling, wordt opgeheven;
d. zij de bedrijfsuitvoering staakt.
20.6 In een geval als in het voorgaande lid bedoeld, heeft de wederpartij het recht om in de gevallen sub a, b en d zonder ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst de overeenkomst onmiddellijk schriftelijk te ontbinden en in het geval sub c na rechterlijke tussenkomst en dan alleen als het beslag de ontbinding rechtvaardigt.
20.7 Indien een partij tot invordering overgaat, is de nalatige partij buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd als bedoeld in artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek, met een minimum van EUR 250,-
20.8 Het in de voorgaande leden bepaalde, laat onverlet het recht van de wederpartij:
a. om direct volledige betaling te vorderen van hetgeen de nalatige partij op grond van de
overeenkomst verschuldigd is;
b. alle overige rechten geldend te maken ter zake van tekortkomingen zoals elders in deze
voorwaarden of de overeenkomst bepaald.
Artikel 21 | Geschillen
21.1 Voor de beslechting van de in dit artikel bedoelde geschillen doen partijen afstand van hun recht deze aan de gewone rechter voor te leggen, behoudens ingeval van het nemen van conservatoire maatregelen en de voorzieningen om deze in stand te houden, het voeren van een kort geding en behoudens de in het derde lid omschreven bevoegdheid.
21.2 Alle geschillen, – daaronder begrepen die, welke slechts door een der partijen als zodanig worden beschouwd – die naar aanleiding van de overeenkomst of van de overeenkomsten die daarvan een uitvloeisel zijn tussen partijen mochten ontstaan, worden beslecht door arbitrage overeenkomstig de regelen, beschreven in de statuten van de Raad van Arbitrage voor de Bouw in Nederland, zoals deze drie maanden voor het tot stand komen van de overeenkomst luiden.
21.3 In afwijking van het in het tweede lid bepaalde kunnen geschillen, welke tot de competentie van de kantonrechter behoren, ter keuze van de meest gerede partij ter beslechting aan de bevoegde kantonrechter worden voorgelegd.
Artikel 22 | Slotbepaling
Op de overeenkomst en alle overeenkomsten die daaruit voortvloeien is het Nederlandse recht van toepassing.